logo

De Duitser

In een ver verleden ben ik mijn vissers carrière begonnen op een zogenoemde Eurokotter. Met een lengte korter dan 24 meter gepaard met een motorvermogen minder dan 300 pk, was het voor ons toegestaan om, binnen de wettelijke 12 mijl grens, dicht onder de Nederlandse kust te mogen vissen. 

Prachtig was die tijd dat je met een, voor je gevoel, robuust scheepje dagen lang vanuit de brug naar het strand kon staren. Dat de zon achter de duinen en dijk omhoog kwam en windmolens alleen nog maar landinwaarts waarneembaar waren. De visserij was rond uit zaligmakend, het leven zeer zeker spectaculair en goed. Letterlijk konden wij mensen met het blote oog herkennen en onderscheiden die op het strand aanwezig waren. 

In de ‘Pettemerpolder’ nabij de hondsbossenzeeweering onder Petten, een zeer geliefde visplek in het voorjaar, konden wij dicht onder de dijk vissen. Soms naderde wij deze zeewering zelfs op iets minder dan honderd meter. Daar waar tegenwoordig miljoenen kilo’s zand, ten behoeve van het stijgende water (?), is neergespoten visten wij ‘skraal’ tegen de nodige stortstenen aan. De vangsten waren ronduit goed, geen andere collega waagde zich aan deze frivole capriolen die de schipper als kunst had verheven. Het leven was daar aangenaam, het uitzicht de kers op de taart.

Losgelaten van alle commotie rondom groene natuur fanatisme en religieuze windmolen uitbuiters zijn wij vissers niet de enige rentemeesters van de zee. Hobby hengelaars, niet altijd financieel profiterend, gooien graag hun aas uit om een lekker gezond ‘vissie’ te kunnen vangen. 

Zo had een oudere Duitse meneer ook het plan opgevat om op een prachtige lentedag een vers diner voor zijn vrouw te vangen. De beste man was met zijn inimini boot bij Petten de voedselrijke plas opgegaan. Veel stelde zijn rubberbootje niet voor, eerder een opblaasbare kano gekocht in het goedkoopste warenhuis die rijkelijk in ons land zijn gevestigd. De zee was zo blak als een biljartlaken waardoor kans op kapseizen voor deze zeepiraat nihil was. 

De beste man was goed voorbereid te werk gegaan. Zijn vaderlandsdriekleur hing in de top van zijn proficoris zelfgemaakte twee meter hoge enkelpotige mastje waaronder hij ook nog eens een radarreflector, zo groot als een knikker, had gemonteerd. Heel lang heeft de beste man niet kunnen genieten van zijn vis momentje op de Noordzee. 

Wij bemanningsleden waren aan dek bezig, de vangst was juist verwerkt waardoor wij de op de terugweg waren naar ons pittoreske kombuisje. In een flits zie ik aan stuurboordzijde van de kotter tussen het schip en de vislijn, staalkabel die verbonden is tussen kotter en het vistuig, het kleine blauwe speelgoedbootje van de Duitser door dobberen. Eerst verstijfde ik enigszins waarop ik toch een dikke brul in de richting van de schipper in de brug kon geven. 

Mijn leermeester stond met grote ogen binnen een fractie van een seconde met zijn hoofd uit het raam. Een brul vanaf het dek is immers een kreet uit nood, een waarschuwing dat er iets niet aan de haak is. Helaas was dat voor de Duitser niet het geval en had juist hij iets aan de haak geslagen. Het tuig van onze kotter!

Foto: Ronald Ribbe 
 

Aangezien de zee op die plek niet erg diep was waren de tuigen snel boven. De schipper kon, voor de Duitser helaas, de motor niet stationair laten draaien. Bang om zijn eigen netten in de schroef te krijgen, waarna de kans groot zou zijn om op de dijk te stranden, kwam het dus aan op de kracht van de verouderde Duitse man. Eenmaal dichterbij, tussen het tuig en de reling in, had de man in zijn jagerspakje meer weg van een vreemde combinatie tussen Paulus de Boskabouter en Derrick. Zijn hoofd was zo rood als tomaat, zijn Duitse getier en gevloek deed meer denken aan een drillmeester uit een reïntegratiekamp. 

Niet het haakje van de hengel was verstrikt geraakt in ons visnet, de Duitser zijn ankertje was om de het tuig heen geslagen waardoor het niet meer los kon schieten. Met veel pijn en moeite trok de Duitser aan zijn ankerlijntje om dichterbij zijn geitenknip te komen die hij in deze lijn had gefabriceerd. Aan zijn opgebolden wangen was te zien dat hij met zijn oude lichaam een enorme krachtsinspanning aan het leveren was. Hij moest niet alleen zijn bootje in voorwaarts trekken, hij moest ook nog eens tegen de stroming in omdat wij de motor niet zacht konden laten draaien. Het lukte de onfortuinlijke hengelaar om los te komen van ons tuig waarna hij met gebalde vuist zijn vijf pk motortje starten om in de richting van de dijk terug te varen. 

De schipper vertelde later dat hij gespannen op het echolood, diepte meter, zat te kijken hoeveel water hij nog onder de kont van de kotter had waardoor hij de Duitser met zijn schutkleuren, mede dankzij de laagstaande opkomende zon, letterlijk over het hoofd had gezien. Een foutje die je, wanneer je vist op het scherpst van de snede, wel eens helaas kan begaan.

De Duitser hobbyvisser kwam van een koude Kermis thuis met de schrik van zijn leven en de teleurstellende mededeling voor zijn vrouw dat er toch die dag geen verse vis meer in zat. Gelukkig maar dat alles met ern sisser afliep, hoe wel het niet handig van hem was om in schut kleuren de zee op te gaan. Hij was een ervaring rijker maar een illusie en ankertje armer.

Veel last zal de Duitse man niet meer hebben van beroepsvissermannen in de Pettemerpolder. Sinds er duizenden voetbalvelden aan zand zijn neergespoten om de dijk versteviging is dit oude gewaardeerde visbestek natuurgebied geworden waar geen enkele vorm van visserij meer mag plaatsvinden, ook niet voor hengelaars. Allemaal voltooid verleden tijd waar geen enkele vis (waar niet gevist word is geen eten), visser of hengelaar beter op is geworden.

Wilt u meer weten over het vissersleven?

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Webservice door: TexelOnline.com